Paniek

Er hing een vreemde sfeer in de Genderbeemd, die donderdag, even na achten. Zeker, zoals elke donderdag stonden  enkele groepjes Primoleden de laatste nieuwtjes uit te wisselen, maar het opbouwen van de netten lag stil. En dat terwijl het bij de ballenkast juist ongewoon onrustig was. Net zoals in de beheerdersruimte. Paniek, verwarring, wanhoop in de ogen van menig speelster. Het was al duidelijk: de sleutel van de ballenkast was weg.

Om tijd te winnen liep ik ook maar naar het sleutelkastje - inderdaad, geen sleutel. En daarna naar het ballenhok, eveneens zonder succes. "Dan doen we toch een conditietraining?", stelde ik voor. "Dan ben ik naar huis" zeiden enkele Primoleden, in verschillende bewoordingen. Gelukkig voor hen waren er ook wat voortvarender ideeën. "Ik heb nog wel een bal thuis", zei Ilonka, en weg was ze. "We gebruiken gewoon de ballen van NatLab", zei Mayke, zwaaiend met een andere sleutel. Ik wist helemaal niet dat NatLab nog trainde in de Genderbeemd. En ook niet dat er van hen nog een voorraad ballen aanwezig was. Ik denk trouwens dat NatLab dat ook niet weet, want hun ballenkast leek in geen jaren geopend. Vol nostalgische bewondering stond ik te kijken naar een collectie volleyballen die mij terug deden denken aan de tijd dat ik nog … nou ja, aan heel lang geleden. 

"Maar die ballen zijn helemaal grijs!" riep een van de speelsters vol afschuw uit toen de gevonden voorraad de zaal in werd gereden. "Dat was vroeger altijd zo, en daar kun je prima mee spelen hoor, er moet alleen een beetje lucht in", zei ik, en om mijn woorden kracht bij te zetten pakte ik een van de ballen en liet die stuiteren op de grond. Tenminste, dat was de bedoeling, maar de bal bleek de elasticiteit van een pak tarwebloem te hebben en bleef doodstil op de grond liggen. Wel steeg er een stofwolk op - van loslatende deeltjes van de bal.

In een andere ballenrek werden nog twee ballen gevonden, weliswaar rood-wit-groen, maar met een rimpelig uiterlijk dat ook niet veel goeds deed vermoeden. We moesten het er maar mee doen, en de ballenpomp gebruiken. De training was in ieder geval gered, en ook de wedstrijden die H3 en H4 later die avond zouden gaan spelen. Vermoedelijk zouden de beschikbaar gestelde ballen wel wat wenkbrauwen van de tegenstander doen fronsen, en misschien was dat samen met de verblindende verlichting in de hal teveel van het goede. Ach, zorgen voor later op de avond.

En dus werd het zo langzaam tijd eens na te denken over mogelijke schuldigen. Holger werd meteen verdacht, omdat we juist in de week dat hij op wintersport was met dit probleem werden opgezadeld. Was dit misschien zijn manier om te laten merken dat hij ons miste? Of zou het dan toch H4 zijn? Dat team had een week eerder een late wedstrijd gespeeld en, mogelijk in het donker, het veld en de ballen moeten opruimen. Zou Willem of Michel de sleutel misschien daarbij in eigen tas hebben gestoken? Werd het niet tijd om hen eens te benaderen?

Dat was blijkbaar al gedaan, want Michel stond inmiddels in burgerkleding in de zaal, met een grote grijns op het gezicht, en een sleutel - de sleutel - in de hand. "Zoeken jullie deze soms?", vroeg hij. Gejuich steeg op in de Genderbeemd! De ballen werden gehaald, en de netten verder opgebouwd. Maar waar hij dan toch de sleutel gevonden had? "Die lag dáár", zei hij, wijzend naar een wit kastje buiten de beheerdersruimte, een kastje dat vast nog nooit iemand zal hebben opgemerkt. We zijn er dan ook nog niet helemaal uit of we hem wel geloven…